Zorgtrajecten van etnisch-culturele minderheden in de verslavingszorg.

Terug naar alle onderzoeken

Samenvatting

De centrale probleemstelling die dit onderzoek wil beantwoorden is of druggebruikers die behoren tot etnisch-culturele minderheden minder vaak of op een andere manier gebruik maken van het bestaande hulpverleningsaanbod en – hierbij aansluitend – in welke mate zij een beroep doen op een alternatief hulpverleningsaanbod buiten het ‘klassieke’ aanbod. Hierbij wordt verondersteld dat deze doelgroep relatief minder vaak een beroep doet op de gespecialiseerde (residentiële) hulpverlening en vooral terug te vinden is in meer medisch georiënteerde programma’s, gevangenissen en specifieke initiatieven gericht op etnisch-culturele minderheden.

Doelstelling

Dit onderzoek stelt drie doelstellingen voorop. Een eerste doelstelling bestaat uit het vergelijken van de zorgtrajecten van druggebruikers uit etnisch-culturele minderheden en druggebruikers uit de algemene populatie en het opsporen van verschillen op het vlak van de toegang tot, participatie aan en retentie in diverse voorzieningen en diensten voor algemene gezondheidszorg en gespecialiseerde drughulpverlening.

Eens de verschillen met betrekking tot de zorgtrajecten zijn onderzocht, is het – en dit vormt dan ook de tweede doelstelling van dit onderzoeksproject – de bedoeling deze op meer diepgaande wijze te analyseren. Op die manier wenst dit onderzoek na te gaan welke factoren en werkingsmechanismen het zorgtraject van etnisch-culturele minderheden (kunnen) bemoeilijken of stimuleren en in welke mate dit het geval is.

De derde doelstelling bestaat uit het formuleren van concrete aanbevelingen om de moeilijkheden met betrekking tot de toegankelijkheid en het zorgtraject van etnisch-culturele minderheden weg te werken.

Onderzoekspopulatie

Druggebruikers behorend tot etnisch-culturele minderheidsgroepen.

Voornaamste resultaten

Uit de diverse onderzoeksluiken van deze studie is gebleken dat het trajectensysteem van etnisch-culturele minderheden niet eenduidig getypeerd kan worden. Zo wordt in dit onderzoek ook geen eenduidigheid teruggevonden inzake onder meer de prevalentie en de aard van het druggebruik en zorggebruik door personen afkomstig uit etnisch-culturele minderheden. Eén van de voornaamste conclusies van dit onderzoek is dan ook dat voornamelijk individuele factoren het genuanceerd verloop van de diverse trajecten bepalen, zowel qua druggebruik als wat betreft zorggebruik.

Bovendien dient benadrukt te worden dat de onderzoeksgroep een bijzonder heterogene groep is. Zo zijn er binnen deze groep heel wat verschillen, onder meer, qua nationaliteit, geboorteland, achtergrond, migratiegeschiedenis, huidige sociaal-economische status, enzovoort. Tevens kan benadrukt worden dat het hanteren van het criterium nationaliteit en/of geboorteland op zich ook geen homogene groepen oplevert, want ook binnen deze groep zijn er nog bijzonder veel intra-groep-verschillen (bv. opleiding, stedelijke of rurale achtergrond). Het is daarom niet evident en vooral niet wenselijk om op basis van dit onderzoek hét traject van etnisch-culturele minderheden eenduidig te definiëren. Bovendien moet men er zich op elk moment van bewust dat deze doelgroep een bijzonder grote diversiteit omvat, wat ook duidelijk naar voor komt in de aanbevelingen.

Als we de gebruiks- en zorgtrajecten van etnisch-culturele minderheden vergelijken met die van personen van Belgische etnische herkomst, vinden we dan ook zowel heel wat verschillen als gelijkenissen. We kunnen daarom geen eenduidig antwoord formuleren op de vraag of het trajectensysteem van etnisch-culturele minderheden al dan niet in belangrijke mate verschilt van het trajectsysteem van cliënten van Belgische afkomst.

Verschillen in drug- en zorggebruik tussen cliënten afkomstig uit een etnisch-culturele minderheid en van Belgische herkomst kunnen aan diverse factoren toegeschreven worden. Vooral uit het kwalitatieve onderzoeksluik is gebleken dat eerstgenoemde groep tal van barrières kan ervaren met betrekking tot de toegang tot en deelname aan het reguliere hulpverleningsaanbod. Een heel belangrijke bevinding is dat deze barrières een sterk individueel karakter hebben. Dit impliceert dat de gerapporteerde barrières zich niet tot generalisatie lenen, doch indicatief zijn voor de bestaande knelpunten inzake de zorgtrajecten van etnisch-culturele minderheden in de drughulpverlening.

Een gebrek aan culturele gevoeligheid bij zorgverstrekkers, taal- en communicatieproblemen, een medisch- en religieus gekleurde visie op druggebruik en –behandeling en het zich niet aangesproken en geholpen voelen door een op Westerse leest geschoeid programma, het zijn slechts enkele van de mogelijke obstakels die personen van niet-Belgische afkomst blijken te ervaren met betrekking tot het geïnstitutionaliseerd hulpverleningsaanbod.

Output

Derluyn, I., Vanderplasschen, W., Alexandre, S., Stoffels, I., Scheirs, V., Vindevogel, S., Decorte, T., Franssen, A., Kaminski, D., Cartuyvels, Y. & Broekaert, E. (2008). Zorgtrajecten van druggebruikers uit etnisch-culturele minderheden / Trajectoires de soins des usagers de drogues d\'origine étrangère. Gent: Academia Press.

Online artikels & rapporten

Contact

Universiteit Gent, Vakgroep Orthopedagogiek Universiteit Gent, Instituut voor Sociaal Drugsonderzoek (ISD) Facultés Universitaires Saint-Louis (FUSL), Brussel
Wouter Vanderplasschen

Algemene info

Looptijd

Startdatum 01/10/2006
Einddatum 31/12/2007

Methode

Literatuurstudie
Interview
Focusgroep
Secundaire dataanalyse

Type

Surveyonderzoek

Gefinancierd door

Federale overheid

Product

Illegale drugs

Discipline

Registratie en evaluatie van hulpverlening

Regio

Belgisch

Status

Afgerond

Datum laatste wijziging: 10/06/2016
Dit item aanpassen