Opvolging van het proces van zorgvernieuwing in de Oost-Vlaamse verslavingszorg.

Terug naar alle onderzoeken

Samenvatting

Doelstelling van dit onderzoek is het voortzetten van de wetenschappelijke ondersteuning bij de implementatie van case management en bij de uitbouw van een zorgcircuit middelenmisbruik. Momenteel wordt rond twee thema's gewerkt:

  • De invoering van een gemeenschappelijk elektronisch cliëntendossier: in de provincie Oost-Vlaanderen is enkele jaren geleden het ‘cliëntenoverleg’ geïnstalleerd, waaraan verschillende voorzieningen in de verslavingszorg deelnemen. Het eerste deel van dit onderzoek gaat na in welke mate een gemeenschappelijk elektronisch cliëntendossier eventueel een antwoord kan bieden op deze vragen en welke voorwaarden hieraan worden gesteld, zowel op wettelijk als technisch vlak.
  • Zorgbehoeften en tevredenheid van druggebruikers die begeleid worden door een case manager: het tweede onderzoeksluik wil een beter zicht krijgen op de tevredenheid van cliënten die ondersteund worden door een case manager omtrent deze interventie en de (drug)hulpverlening in het algemeen. Hierbij wordt vooral ingegaan op de beleving van de cliënt en hoe hij/zij deze manier van werken ervaart.

Doelstelling

Binnen het haalbaarheidsonderzoek met betrekking tot de invoering van een gemeenschappelijk elektronisch cliëntendossier worden volgende onderzoeksvragen beantwoord:

  • Met welke wettelijke bepalingen dient rekening gehouden te worden bij de implementatie van een gemeenschappelijk elektronisch cliëntendossier? Welke stappen dienen te worden ondernomen om aan deze wettelijke vereisten te voldoen?
  • Met welke technische elementen dient rekening gehouden te worden bij de implementatie van een dergelijk elektronisch dossier, zoals beveiliging, toegangsrechten, enz…?

Volgende onderzoeksvragen staan centraal binnen het tevredenheids- en behoeftenonderzoek:

  • Hoe tevreden zijn cliënten over de begeleiding in het kader van het project case management?
  • Hoe tevreden zijn cliënten over andere vormen van hulpverlening?
  • Wat zijn de voornaamste noden en behoeften op het vlak van zorg en hulpverlening van mensen die te kampen hebben/hadden met verslavingsproblemen?

Onderzoekspopulatie

Organisaties en voorzieningen betrokken bij de hulpverlening aan druggebruikers.

Een 20-tal cliënten die begeleid worden binnen het case management project tussen maart 2003 en maart 2005 worden bevraagd over hun ervaringen met betrekking tot deze periode. Hierbij gaat het voornamelijk om cliënten die met verschillende voorzieningen in contact komen en hulpvragen stellen op verschillende levensgebieden (werk, woonst, gezondheid, alcohol- en druggebruik, enz.). Om voor deelname aan het onderzoek in aanmerking te komen, moeten de betrokken cliënten minimum 8 weken door een case manager begeleid zijn geweest.

Voornaamste resultaten

Op wettelijk vlak wordt nagegaan welke wetten, decreten en andere wettelijke bepalingen van belang zijn bij de implementatie van een gemeenschappelijk elektronisch cliëntendossier. Vier grote thema’s worden geïdentificeerd, namelijk beroepsgeheim, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, dossiervorming en het gebruik van ICT in de gezondheidszorg. Op dit vlak blijken voornamelijk artikel 458 van het Strafwetboek, de Wet op de Verwerking van Persoonsgegevens, de Wet betreffende de Rechten van de Patiënt en de verschillende adviezen van de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren de belangrijkste bronnen. Deze bepalingen verhinderen niet dat er nieuwe initiatieven worden genomen op vlak van het gebruik van ICT in de gezondheidszorg of van het interinstitutioneel werken, maar stellen wél een aantal voorwaarden en formele vereisten (bv. aangifte bij de Commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer).

Vervolgens wordt nagegaan welke de huidige beleidskeuzes zijn die op dit vlak op Vlaams, Belgisch en Europees vlak worden genomen en welke nieuwe initiatieven of projecten zich op dit vlak aandienen. Hieruit blijkt dat nagenoeg iedereen het belang erkent en benadrukt van meer ICT in de gezondheidszorg. De overheid neemt hierin dan ook een actieve rol op: via pilootprojecten wordt innovatie op dit vlak aangemoedigd, alsook worden de nodige stappen ondernomen om tot een zekere harmonisatie en standaardisatie te komen. Op alle niveaus wordt opgeroepen tot één uniform elektronisch patiëntendossier per persoon, maar dit lijkt dit nog niet meteen voor morgen te zijn.

Tot slot worden de verschillende aspecten in kaart gebracht, die gepaard gaan met de concrete en praktische invoering van een elektronisch cliëntendossier. De elementen die in dit kader worden besproken zijn: bepalen van doelstellingen, aard van de informatie die dient verzameld te worden, welke bewerkingen kunnen er worden gesteld, toegang tot het dossier, kennisgeving en toegang tot het dossier door de cliënt zelf, geïnformeerde toestemming van de cliënt, eindverantwoordelijkheid, bewaartermijn, betrouwbaarheid van de data, beschikbare systemen, evaluatie van de werking van het informatiesysteem, en tenslotte mogelijke beveiligingsmaatregelen.

Uit het rapport komt duidelijk naar voor dat het gebruik van ICT in de gezondheidszorg zich gestaag doorzet in de richting van het primaire hulpverleningsproces en dat men op de werkvloer steeds meer overtuigd geraakt van de mogelijkheden die ICT biedt. Uiteraard wil dit niet zeggen dat de risico’s geminimaliseerd moeten worden. Risico’s zullen er altijd zijn, maar in dit onderzoeksrapport wordt op verschillende plaatsen aangegeven dat er verscheidene strategieën kunnen worden aangewend om deze risico’s zo klein mogelijk te houden. Zeker voor de doelgroep van druggebruikers die met verschillende diensten en voorzieningen in contact komen, lijkt de invoering van een gemeenschappelijk zorgdossier belangrijke mogelijkheden in te houden om de kwaliteit en continuïteit van zorg te verbeteren, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.

Output

Colpaert, K., Vanderplasschen, W., & Broekaert, E. (2007). Comparison of single and multiple agency clients in substance abuse treatment services. European Addiction Research, 13, 156-166.

Colpaert, K., Vanderplasschen, W., & Geenens, K. (2005). Mogelijkheden en voorwaarden inzake de implementatie van een Gemeenschappelijk Elektronisch Zorgdossier: de verslavingszorg in de provincie Oost-Vlaanderen als casus (Orthopedagogische Reeks Gent, Nummer 21). Gent: vzw OOBC.

De Maeyer, J., Cole, S., Franssen, A., & Vanderplasschen, W. (2007). Kwalitatieve evaluatie van 10 jaar zorgcoördinatie en case management in de Oost-Vlaamse drughulpverlening: een rondvraag bij hulpverleners en cliënten (Orthopedagogische Reeks Gent, Nr. 29). Gent: Vakgroep Orthopedagogiek.

Vanderplasschen, W., & Lievens, K. (2007). Uitbouw van zorgcircuits en netwerkvorming in de verslavingszorg. In J. Casselman & Kinable, H. (Red.). Het gebruik van illegale drugs: Multidimensionaal bekeken (pp. 233-248). Brussel - Kortrijk: VAD - UGA.

Vanderplasschen, W., Lievens, K., Mostien, B., & Franssen, A. (2009). Tien jaar netwerkvorming en case management in de Oost-Vlaamse drughulpverlening: zorgen dat circuits net werken. Psychiatrie & Verpleging, 85 (4), 200-210.

Contact

Universiteit Gent, Vakgroep Orthopedagogiek
Prof. dr. Wouter Vanderplasschen

Algemene info

Looptijd

Startdatum 01/01/2001
Einddatum 01/09/2009

Methode

Literatuurstudie
Interview

Gefinancierd door

Provinciale overheid

Product

Illegale drugs

Discipline

Registratie en evaluatie van hulpverlening

Regio

Vlaams

Status

Afgerond

Datum laatste wijziging: 19/07/2018
Dit item aanpassen