Druggebruik en psychopathologie in gevangenissen: een exploratieve studie tot methodiekontwikkeling.

Terug naar alle onderzoeken

Samenvatting

Internationaal onderzoek wijst op een hoge prevalentie van co-morbiditeit bij druggebruikers (het gecombineerd voorkomen van een majeure psychiatrische stoornis en middelenmisbruik). Zeker binnen een gevangeniscontext lijken veel personen te voldoen aan de criteria van een 'dual diagnosis' of dubbele diagnose. Naast de negatieve gevolgen voor de individuele personen die kampen met een dubbele diagnose-problematiek, onder andere omwille van het gebrek aan een uitgebouwd zorgaanbod, beïnvloedt het voorkomen van co-morbiditeit ook sterk de algemene atmosfeer in de gevangenis. Volgens recent onderzoek blijkt evenwel dat de gerapporteerde (hoge) prevalentie-cijfers sterk afhankelijk zijn van de gehanteerde assessment-methodieken. Dit onderstreept het belang van meer systematische, doorgedreven, accurate en geëigende procedures voor het diagnostiseren van co-morbiditeit. Deze vaststelling lijkt het meest van toepassing te zijn binnen specifieke settings, zoals gevangenissen, waar de implementatie van assessment-procedures sterk afhankelijk is van bijzondere randvoorwaarden. Bestaande instrumenten zijn immers vaak niet gevalideerd in gevangenissettings, er is een grote(re) kans op sociaal wenselijke antwoorden of andere vormen van antwoord-bias en het afnemen van uitgebreide testbatterijen is meer dan eens een praktische en financiële moeilijkheid waardoor de huidige assessment-protocollen in eerste instantie vaak beperkt (dienen te) blijven tot het gebruik van schriftelijke zelfrapportage-instrumenten.

De finaliteit van dit onderzoek richtte zich dan ook op het ontwikkelen van een aangepaste assessment-methodiek voor de screening van psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik bij veroordeelde gedetineerden en geïnterneerden in (psychiatrische annexen van) Belgische gevangenissen en andere beveiligde settings (Forensisch Psychiatrische Eenheden).

Het onderzoek werd opgesplitst in twee, elkaar deels chronologisch overlappende luiken. Het eerste luik richtte zich voornamelijk op de (inhoudelijke) uitwerking van de assessment-methodiek, teneinde meer inzicht te verschaffen in de behandelings- en ondersteuningsnoden van gedetineerden en geïnterneerden in Belgische gevangenissen omtrent co-morbiditeit van psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik. Het tweede luik van de studie beoogde meer duidelijkheid te brengen met betrekking tot de identificatie van de stimulerende en remmende factoren inzake de voorgestelde methodiek. Tevens werd ook een schatting worden gemaakt van de te begroten kosten ter implementatie van de ontwikkelde procedure.

Doelstelling

Een eerste doelstelling bestond uit het in kaart brengen van de huidige stand van zaken, met een focus op de bestaande methodieken. Daarnaast werd ook een inventarisatie van het gehanteerde instrumentarium opgemaakt.

Een tweede belangrijke doelstelling richtte zich op het exploreren van de bestaande wetenschappelijke literatuur uit binnen- en buitenland met betrekking tot de assessment van psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik. Tevens werd aandacht geschonken aan het exploreren en beschrijven van een aantal (binnen- en vooral buitenlandse) voorbeelden van 'good practices'. Naast een brede algemene literatuurscreening, werd specifiek gefocust op onderzoek binnen gevangenissettings en de hieraan gekoppelde eigenheden. De noodzaak voor specifieke forensische benaderingen werd hierbij in kaart gebracht.

Hierop voortbouwend omvatte de derde doelstelling het in kaart brengen en verdiepen van de 'settingspecifieke randvoorwaarden' (bijvoorbeeld beroepsgeheim, veiligheidsaspecten, juridisch kader) en de financiële en organisatorische implicaties van de voorgestelde procedure.

De vierde en laatste doelstelling omvatte het daadwerkelijk ontwikkelen, evalueren en bijsturen van een aangepaste assessment-methodiek.

Onderzoekspopulatie

Nieuw aangemelde gedetineerden in Belgische gevangenissen en instellingen voor sociaal-verweer.

Voornaamste resultaten

In het eerste onderzoeksluik gebeurt een bevraging van de psycho-sociale diensten (PSD) van alle Belgische gevangenissen en de forensische psychiatrische eenheden (FPE) waarin wordt gepeild naar de huidige medico-psychosociale screening van gedetineerden, het zorgaanbod en de prevalentie van dubbele diagnose in de eigen voorziening, evenals naar de settingspecifieke randvoorwaarden, de knel- en pluspunten en de toekomstperspectieven aangaande de medico-psychosociale screening bevraagd.In alle gevangenissen worden alle gedetineerden bij binnenkomen kort gescreend. De invulling en omvang van deze screening verschilt sterk tussen de instellingen. Er is een opvallend verschil tussen de gevangenissen en de FPE wat betreft het zorgaanbod. Waar in de gevangenis enkel pretherapeutisch kan gewerkt worden en - zeker in grote gevangenissen - de tijd ontbreekt om alle gedetineerden op regelmatige basis te zien, wordt in de FPE standaard een behandelplan opgesteld en een behandeling voorzien.

De bevraging kent een aantal knelpunten die de resultaten beïnvloeden.

Uit de bevraging van de settingspecifieke randvoorwaarden aangaande de screening blijkt de moeilijke positie van de PSD: zij hebben een expertise-opdracht, maar ook een hulpverlenende opdracht. Suggesties voor het opstellen van een meetinstrument voor screening en assessment: ook hier speelt het spanningsveld tussen zorg en expertise duidelijk mee. Bovendien stelt men zich vragen bij het nut van de screening (beperkte middelen voor zorgaanbod). De nood aan een gestandaardiseerde testbatterij, die gelijk is in alle penitentiaire voorzieningen, komt duidelijk naar voor.

De ontwikkelde assessment methode omvat verschillende instrumenten :

(1) de Brief Jail Mental Health Screen (BJMHS),

(2) de Simple Screening Instrument for Substance Abuse (SSI-SA),

(3) de Mini International Neuropsychiatric Interview (MINI en MINI-PLUS),

(4) de European Addiction Severity Index (EuropASI), en

(5) de University of Rhode Island Change Assessment Scale (URICA-NL).

De assessment-procedure wordt uitgetest in een pilootstudie. Hierbij wordt het instrumentarium afgenomen van 91 gedetineerden, 41 in Wallonië en 50 in Vlaanderen. In de twee gevangenissen samen worden 47 personen bevraagd, in de instellingen voor sociaal verweer 44. De bevraagde populatie bestaat voor 90% uit mannen. De gemiddelde leeftijd is 35 jaar. Bij 56 personen gaat het niet om hun eerste opsluiting. De grootste groep (40%) verblijft in de gevangenis omwille van gewelddelicten. Daarna komen vooral druggerelateerde delicten voor (24%). 56%van de ondervraagde populatie is geïnterneerd.

Op basis van de BJMHS worden 74 van de 91 personen doorverwezen voor verdere assessment rond psychische problemen. Uit de afname van de SSI-SA blijkt dat 70% de afgelopen zes maand alcohol of andere drugs gebruikte; 26 van deze 64 personen hebben in de gevangenis gebruikt. Op basis van de SSI-SA wordt besloten dat het bij 50 personen aangewezen is om een verdiepende assessment uit te voeren. Op basis van assessment met de MINI As I stoornissen komen depressie, suïcidaal risico, manie (lifetime), middelenafhankelijkheid en misbruik, psychotische stoornis en gegeneraliseerde angststoornis het meest voor in de gevangenispopulatie. 70 gedetineerden rapporteren een middelengerelateerde problematiek.

Output

De Wilde, J., Soyez, V., Vandevelde, S., Broekaert, E., Vander Beken, T., Guillaume, R.,… Caels, Y. (2007). Druggebruik en psychopathologie in gevangenissen: een exploratieve studie tot methodiekontwikkeling; Usage de drogue et psychopathologie dans les prisons: une étude exploratoire pour le développement d’une méthodologie. Gent: Academia Press.

Soyez, V. (2009). The development of a screening and assessment methodology for psychiatric disorders and substance abuse in a Belgian correctional setting. Paper presented at the International Symposium on Conceptualisations of Social and Educational Care and Support; Ghent (Belgium), 11-12 December, 2009.

Contact

Universiteit Gent, Vakgroep Orthopedagogiek
Veerle Soyez
02/629 25 37 - veerle.soyez@vub.ac.be

Algemene info

Looptijd

Startdatum 01/10/2005
Einddatum 01/12/2007

Methode

Literatuurstudie
Enquête - schriftelijk
Enquête - telefonisch
Online enquête
Interview

Type

Nodenbevraging
Evaluatieonderzoek
Pretest / ontwikkeling instrument of methodiek

Gefinancierd door

Federale overheid

Product

Illegale drugs
Psychoactieve medicatie

Discipline

Beleidsondersteunend en economisch onderzoek
Ontwikkeling van onderzoeksinstrumenten

Regio

Belgisch

Status

Afgerond

Datum laatste wijziging: 10/06/2016
Dit item aanpassen