Vrouwen aan het woord over alcohol- en drughulpverlening

Wereldwijd worden significante genderverschillen gerapporteerd wat betreft gebruik en misbruik van alcohol, voorgeschreven medicatie en illegale middelen. Over vrouwen in de verslavingssector in België is echter weinig bekend. In een recent onderzoek ‘Towards gender-sensitive prevention and treatment for female substance users in Belgium’ (GEN-STAR) gingen UGent, HoGent en Sciensano op zoek naar de noden van vrouwelijke druggebruikers in de alcohol- en drughulpverlening.

Gender gap

Mannen en vrouwen hebben de tendens om anders te evolueren van het moment van eerste gebruik tot afhankelijkheid en herstel. Daarnaast vertonen vrouwen vaak een ernstigere afhankelijkheidsproblematiek bij aanvang van behandeling, inclusief meer fysieke, psychologische, familiale en socio-economische problemen. Eens vrouwen de stap naar behandeling zetten, doen ze het even goed als mannen wat betreft het volhouden en afwerken van de behandeling. Het feit blijft echter dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de alcohol- en drughulpverlening.

Onderzoeksopzet

Onderzoekers van UGent, HoGent en Sciensano poogden met deze studie tegemoet te komen aan het gebrek aan informatie in België wat betreft gendersensitiviteit in diensten voor alcohol- en middelengebruik, en de persoonlijke ervaringen van vrouwen daarmee. Aan de hand van een online vragenlijst en 16 semi-gestructureerde interviews brachten ze het aanbod van gendersensitieve hulpverleningsinitiatieven voor vrouwen in België in kaart. Daarnaast gingen ze door middel van 60 diepte-interviews op zoek naar barrières, drijfveren en noden van vrouwelijke druggebruikers. Ten slotte werd de gender gap wat betreft gebruik en problematisch gebruik in België nader bekeken aan de hand van kwantitatieve analyses op bestaande databanken. Deze studie is gesubsidieerd door het Federaal Wetenschapsbeleid (Belspo) en FOD Volksgezondheid, en biedt voor het eerst inkijk in het gendersensitieve hulpverleningsaanbod voor vrouwen enerzijds en de barrières en noden die vrouwelijke druggebruikers ondervinden anderzijds.

Wie gebruikt wat, en hoeveel gebruiken ze?

Het kwantitatieve luik van het onderzoek toont aan dat er een gender gap is wat betreft middelengebruik inzake alcohol, cannabis en andere illegale middelen. Mannen drinken namelijk meer alcohol en hebben een meer risicovol drinkpatroon (bijvoorbeeld binge drinking en overconsumptie), en mannen gebruiken vaker illegale middelen. Verrassend genoeg is dat voor psychoactieve middelen net het omgekeerde. Er zijn meer vrouwen die psychoactieve medicatie gebruiken dan mannen, met uitzondering van stimulerende medicatie zoals rilatine. Meer mannen dan vrouwen rapporteren dus het gebruik van rilatine. Opmerkelijk is dat de gender gap bij alcohol verkleint in de oudere leeftijdscategorieën. Dit betekent niet dat er minder mannen alcohol drinken naarmate ze ouder worden, maar dat er net meer vrouwen alcohol drinken en problematisch alcoholgebruik vertonen naarmate ze ouder worden. De verschillen in gebruik en risicovolle gebruikspatronen vinden we ook terug in de data over behandeling van mannen en vrouwen, met uitzondering voor alcohol. Wanneer we kijken naar mannen en vrouwen die in behandeling zijn voor alcoholgebruik, dan gaat dat opvallend genoeg gelijk op. Ten slotte blijkt uit de data dat vrouwen vaker worden opgenomen in ziekenhuizen voor behandeling van een alcoholprobleem, terwijl mannen vaker een toevlucht zoeken tot gespecialiseerde centra.

Waar naartoe?

Hoewel er een duidelijke nood aan gendersensitieve diensten wordt gesignaleerd in de alcohol- en drugsector, toont het tweede luik van het onderzoek aan dat er in België al een aantal gendersensitieve hulpverleningsinitiatieven voor vrouwen bestaan. De ambulante initiatieven zijn veeleer casemanagement-initiatieven voor zwangere vrouwen en ouders met kinderen, alsook wekelijkse of maandelijkse vrouwengroepen. De residentiële initiatieven zijn langdurige programma’s voor ouders en kinderen of voor vrouwen, maar ook een wekelijkse vrouwengroep of specifieke maatregelen voor vrouwen in een langdurig programma. Als we kijken naar de geografische spreiding van deze initiatieven, zien we dat er in West-Vlaanderen en Luxemburg geen gendersensitieve residentiële initiatieven zijn, en amper ambulante diensten. We zien ook dat alle gendersensitieve diensten voor vrouwen in of dichtbij grotere steden liggen zoals Gent, Antwerpen, Oostende, Hasselt, Luik, Namen, Charleroi en Brussel, terwijl er geen tot amper initiatieven in meer landelijke gebieden of kleinere steden hun uitvalsbasis of werkingsgebied hebben. Wat betreft gendersensitieve preventie-initiatieven over vrouwen en middelengebruik, merken we op dat deze zeer dun bezaaid zijn.

En ik denk soms dat als we geen gender-sensitieve aanpak hebben, dat we dan toch meer jongens aanspreken dan meisjes. Omdat we gewoon op de leefwereld van meisjes bijvoorbeeld niet ingaan. De algemene, neutrale campagne is mannelijk. Mannelijk en blank.

Preventiewerker

Kinderen als barrière of drijfveer voor behandeling

Een deel van de geïnterviewde moeders in het onderzoek ervaren (de gezondheid van of het hoederecht over) hun kinderen als een belangrijke motivatie om hulp te zoeken.

Et j’avais mon petit bout de deux ans et je me disais que, pour mon petit bout je ne peux pas rester toxicomane et que je sorte de là, faire quelque chose, et je suis toujours en train de me battre pour essayer d’avoir mon fils.

Amandine, 26 jaar

Voor andere vrouwen fungeert dat eerder als een barrière. Ze zijn bang om het hoederecht te verliezen als ze uitkomen voor hun problematiek tegenover een hulpverlener. Ook het hardnekkig sociaal stigma op vrouwen (en meer nog, op moeders) en middelenmisbruik speelt een grote rol bij het niet kiezen voor behandeling.

Bestaat er zoiets als vrouwspecifieke noden?

De diepte-interviews met vrouwelijke druggebruikers onthullen een aantal specifieke noden gerelateerd aan het vrouw-zijn. Zo hebben vrouwen de nood om over bepaalde gevoelige onderwerpen zoals seksualiteit, trauma, geweld en misbruik te praten in een veilige context, dat wil zeggen met enkel vrouwen.

Ik vind de vrouwengroep zeer intiem in die zin, de vrouwen weten wat je bedoelt en zijn discreet. Ik vind dat goed. Gelijkgezinden. Voor mij is dat een soort uitlaatklep.

Sofie, 44 jaar

Zij benoemen ook enkele praktische implicaties, zoals de voorkeur voor het nemen van een bad in de plaats van een douche, en het gebruiken van vrouwelijke verzorgingsproducten. Daarnaast geven vrouwen het belang aan van zich veilig voelen. Ze voelen zich veilig wanneer er geen mannen in het programma zijn, wanneer het programma een strikte dagelijkse structuur heeft en/of wanneer het programma hen – letterlijk – uit hun oude omgeving trekt. Verder geven de bevraagden aan dat een residentieel programma een holistische benadering moet nastreven met aandacht voor zowel het mentale als het fysieke, spirituele en sociale aspect van een verslavingsproblematiek. Ook groepswerking en de integratie van ervaringswerkers bieden een meerwaarde voor de geïnterviewden. Ten slotte ervaren vrouwen een spanningsveld tussen het vervullen van een aantal rollen in de samenleving en het voldoen aan bijhorende verwachtingen en verantwoordelijkheden enerzijds, en het erkennen van de nood om voor zichzelf te zorgen anderzijds.

Gendersensitieve ondersteuning ziet er zo uit…

Zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve gedeelte van dit onderzoek leveren een mooie bijdrage aan de literatuur over gendersensitiviteit in België en bieden een unieke inkijk in de mening van vrouwelijke druggebruikers over de alcohol- en drughulpverlening. Daarnaast geeft het enkele concrete handvaten om aan de slag te gaan in de praktijk.

Het volledige onderzoeksrapport en/of de samenvatting kan je hier raadplegen.

Intussen startten onderzoekers van de HoGent het vervolgonderzoek GEN-SON op. Daarin zal een gendersensitieve ondersteuningsvorm met en voor vrouwen in de alcohol- en drughulpverlening ontwikkeld worden, geënt op de Vlaamse context en rekening houdend met de bevindingen van de GEN-STAR-studie.

Julie Schamp - Onderzoeker HoGent/UGent

Referentie: Schamp, J., Simonis, S., Van Havere, T., Gremeaux, L., Roets, G., Willems, S., & Vanderplasschen, W. (2018). Towards gender-sensitive prevention and treatment for female substance users in Belgium. Final Report. Brussels: Belgian Science Policy.